Bot van een dier

Voor de lange zeereis werden allerlei victualiĆ«n (levensmiddelen) meegenomen. De victualiemeester had het beheer hierover. Denk bijvoorbeeld aan zo’n 16.200 pond vlees, zoals rund-, schapen-, kalfsvlees en ham. Dit vlees was gepekeld of geconserveerd in zout. Er ging dikwijls ook levende have mee aan boord. De dieren werden later geslacht. De victualiĆ«n werden vooral in vaten onderin het ruim in de achtersteven van het schip opgeslagen. De kok en zijn koksmaat moest de gehele bemanning van voeding voorzien. Dat deden ze door onder meer het vlees en spek te koken en er geregeld nieuw water erover te gieten om de grote hoeveelheid zout weg te spoelen. De gewone bemanning kreeg tweemaal per week pekelvlees of eenmaal per week spek bij de warme maaltijden. Vondst uit VOC-scheepswrak ‘t Vliegend Hert, gezonken in 1735.

Dit object is in 1989 opgedoken; met vondstnummer 1297/89.

Locatie

Deurloo

Objectnaam

dierlijk bot

Datum

1989

Informatie

Lengte

14.5 cm

Breedte

8 cm

Hoogte

5.8 cm

Materiaal

been

Objectnummer

MMZ10912

Vondstnummer

1297/89

Locatie

Deurloo

Objectnaam

dierlijk bot

Datum

1989

Ontdek ook

Jufferblok, met touwfragmenten

Dit ronde blok heeft bolle zijden met daarin drie gaten waarin resten van touwen nog te zien zijn. Jufferblokken hoorden bij het tuigage (o.a. touwwerk) van een schip. Twee jufferblokken, gevat in een touwstrop of in een ijzeren beslag, werden samen gebruikt om een takel te vormen voor het stijf zetten van een staand want (soort steun) met hoofd- en andere touwen. Een jufferblok zit vast aan de romp van het schip, terwijl de andere verbonden is met het want en zij worden door middel van een talreep (soort licht touw) doorgehaald. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. In de vaste presentatie Ga mee naar Zee, ruimte Prelude, kun je diverse jufferblokken zien. Dit object is in 1990 opgedoken; met vondstnummer 90A1918.

Scheerbekken, ondiepe kom

Scheerbekken, ook bekend als barbiersbord. Dit is een ondiepe kom met een halfronde opening in de rand, waarin de hals past. Het heeft een rond ophangoog of -ring en een eenvoudige randversiering. De vorm is rond en het is vervaardigd van geelkoper (legering van koper en zink) of messing. Dit scheerbekken werd door de chirurgijn/barbier aan boord gebruikt voor zijn verschillende taken. Vondst uit scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Collectie RCE. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1990 opgedoken; met vondstnummer 90A2754.

Beukenhouten nap of bak

Ronde nap of bak van beukenhout. Dit is een gedraaide eet- of drinkbak met een ronde rand en een smalle platte onderkant, waarin de draairingen goed te zien zijn. Beukenhout is goed bewerkbaar door de fijne nerf. Het is ook tamelijk hard, maar minder duurzaam en slecht bestand tegen weersinvloeden. Het is een kleur- en smaakloos type hout en is daardoor bruikbaar voor gebruik met etenswaar. De nap met zijn ronde vorm past precies in je hand en dat is handig op een zeilschip. De bemanningsleden aten er hun warme eten uit, zoals bonen, rijst met boter of gort (gepelde en gekookte gerst). Waarschijnlijk werd deze eenvoudige nap alleen gebruikt door bemanningsleden met een lagere rang. De hogere officieren hadden hun eigen servies. Vondst uit VOC-scheepswrak 't Vliegend Hert, gezonken in 1735. Te zien in de vaste presentatie Ga mee naar zee, ruimte Bepakken en bemannen. Dit object is in 1991 opgedoken; met vondstnummer 91A0208.